Matty Hakvoort – September 2022 – Laat dan de liefde als de wolken zijn

Matty Hakvoort – September 2022 – Laat dan de liefde als de wolken zijn

Laat dan de liefde als de wolken zijn

 

Misschien is het woord ‘liefde’ wel het allerbelangrijkste, allergrootste woord wat

er is. Sinds vele jaren, zoek ik, net als zovele anderen, naar mogelijkheden om wat liefde is, in woorden te vangen.

Deze onderneming lijkt op het beschrijven van wolken, zoals De Poolse dichteres Szymborska in het gedicht ‘Wolken’ zegt.

 

bij het beschrijven van wolken

zou ik me erg moeten haasten

al na een fractie van een ogenblik

zijn het niet meer die, maar worden andere.

Het is wolken eigen

om hun vorm, nuances, houding en compositie

nooit te herhalen

 

  1. Szymborska ( ‘Wolken’ verzamelde gedichten )

Vergeleken met de wolken, lijkt het leven zelf meer gefundeerd te zijn, meer bestendig, zijn er de harde feiten.

Liefde als onderdeel van dat leven lijkt zich van deze harde feiten meer af te zonderen, zij zweeft daarboven en kan net zo verwaaien als wolken dat kunnen.

Ondanks dit gebrek aan vaste substantie is voor de meeste mensen de zoektocht naar liefde het belangrijkste referentiepunt van hun levenskompas.

Het gaat daarbij meestal om liefde voor altijd, niet om tijdelijke liefde.  Geliefd willen zijn en daarmee het verlangen om lief te hebben is wat ons in hoge mate drijft in alles wat we doen. Direct erover spreken doen we weinig.

Als de ziekte kanker speelt, is het contact met de geliefden of een liefdevolle omgeving veruit de meest bepalende kracht die kan helpen om met de situatie om te gaan. Om liefdevol samen te kunnen zijn wordt er veel gevraagd want er ontstaan verschillende werkelijkheden. De ziekte veroorzaakt een nieuwe realiteit waarin de zieke in een tussenland, tussen mogen leven en afscheid nemen, verblijft. Geliefden dreigen op afstand te raken, het is alsof er een streep in het zand is getrokken. Zij mogen onderdeel uitmaken van het leven en een toekomst dromen en de zieke kan dat niet. Als je gezond bent leeft het idee van

‘Onze liefde voor altijd’, terwijl voor de zieke de toekomst wordt afgesneden, het ‘voor altijd’ klopt niet meer. De tijdelijkheid van alles, roept vragen op over de tijdelijkheid van de liefde.

 

Lieke Marsman die zelf ongeneeslijk ziek is, beschrijft in het gedicht “In mijn mand”, hoe zij zich buitengesloten voelt als het gaat om de toekomst en hoe moeilijk dat is om met haar geliefde te delen.

 

Zelfs jij zal opnieuw een geliefde in een wijnbar zijn

En opnieuw gelukkig zijn

Ook al is je oude geliefde dood

Maar voor nu ben je boos

Dat ik dat opschrijf

Maar juist daarom hou ik van je

Omdat mijn ziekte soms

Voor jou een bron van boosheid is

 

Lieke Marsman (gedichtenbundel ‘In mijn mand’)

 

De geliefde wordt boos als de tijdelijkheid van die liefde wordt benoemd. “Jij zal opnieuw een geliefde in een wijnbar zijn’, dat wil hij of zij nu nog niet horen.

Vanuit het verschillende perspectief lukt het niet om met de geliefde op dezelfde manier emotioneel om te gaan, er is het verlies van toekomstige tijd.

Lieke Marsman wil het liefst ook de tijdelijkheid ontkennen en waardeert daarom de boosheid. Samen ontkennen helpt om even te geloven dat de liefde tijdloos mag zijn.

Ik ga ervan uit dat, net zoals de dichteres dat uitdrukt, ergens in ons allen het verlangen naar eeuwige liefde leeft en er een grote ontgoocheling zou zijn, als deze hoop definitief de bodem ingeslagen wordt.

In een levensbedreigend ziekbed wordt voor de zieke de vraag meer nadrukkelijk, hoe die ‘liefde voor altijd’ voorgesteld kan worden. Hierover spreken en er een voorstelling bij maken lukt niet zomaar.

De tegenstelling tussen het tijdelijke en het eeuwige komt ook voor in het gedicht ‘Wolken’ van Szymborska.

 

Niet bezwaard door enige herinnering

Zweven ze moeiteloos boven de feiten

Boven jouw hele leven

En mijn, dat nog geen heel leven is,

Paradeerden en paraderen ze in pracht en praal

Ze zijn niet verplicht met ons te sterven

Ook ongezien zullen ze verder zweven.

 

Laat dan de liefde als de wolken zijn, is wat ik dan graag wil denken